Op dinsdag 6 februari 2024 deed A.K. aangifte tegen de 47-jarige Cedric B., die zich uitgaf als “officier M.” van het parket. Volgens de verklaring van A.K. benaderde “Officier M.” hem telefonisch en deed zich voor als veehandelaar. Hij bood A.K. de mogelijkheid om koeien te kopen, wetende dat A.K. een veehouder is. A.K. stemde toe en bood SRD 20.000 per koe aan. “Officier M.” gaf vervolgens instructies aan A.K. om zich aan te melden op het Parket, waar hij werd geïnstrueerd om naar de parkeerplaats te gaan en een bedrag van SRD 180.000 te overhandigen aan een man in een grijs gelakte Toyota Wish.

Na de betaling werd A.K. opnieuw gebeld door “Officier M.”, die wilde bevestigen dat het geld was overhandigd. Daarna vertelde “Officier M.” A.K. dat hij moest wachten op een document dat door de Procureur-Generaal getekend moest worden. Na enige tijd te hebben gewacht, besloot A.K. navraag te doen bij medewerkers van het parket over de identiteit van “Officier M.”. Tot zijn verbazing gaven zij aan dat zij geen officier kenden met die naam. Op donderdag 8 februari 2024, na zorgvuldig speurwerk van de politie, werd de 49-jarige taxichauffeur Cedric gearresteerd en overgebracht naar het bureau.

Bij ondervraging verklaarde Cedric dat hij slechts opdrachten had uitgevoerd en dat hij een deel van het geld naar “Officier M.” had gestuurd, op aanwijzingen van deze persoon. Hij beweerde ook dat hij SRD 7.000 had ontvangen voor zijn werk, dat hij thuis had bewaard.Bij een huiszoeking in de woning van Cedric werd een bedrag van SRD 52.110 aangetroffen en in beslag genomen. Interessant genoeg beweerde Cedric dat hij “Officier M.” nooit persoonlijk had ontmoet, maar alleen telefonisch contact met hem had gehad.

Na overleg met het Openbaar Ministerie werd Cedric in verzekering gesteld voor verder onderzoek. De zaak is overgedragen aan de afdeling Fraude.