Minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken (OW) heeft tijdens een gesprek met de Communicatie Dienst Suriname (CDS) aangekondigd dat er acties zullen worden ondernomen tegen eigenaren van verlaten en overwoekerde percelen en gebouwen, met als doel het verbeteren van het woonklimaat in verschillende buurten. Hij verklaarde dat veel buurtbewoners hebben geklaagd over de overlast die deze verwaarloosde percelen en gebouwen veroorzaken.

Prioriteit zal worden gegeven aan gebouwen en percelen die een instortingsgevaar vormen of een bedreiging vormen voor aangrenzende panden, evenals aan locaties waar sprake is van criminele activiteiten zoals diefstal. Ook percelen met overhangende bomen of die zijn aangetast door termieten staan hoog op de agenda. Het ministerie heeft eerder een overeenkomst gesloten met het ministerie van Regionale Ontwikkeling en Sport (ROS) en twee belangenorganisaties om de binnenstad structureel te onderhouden, met inbegrip van veiligheids- en stadsverbeteringsaspecten.

Voor het aanpakken van dit probleem buiten Paramaribo zullen eigenaren zelf verantwoordelijk zijn, gezien het grote aantal meldingen. Minister Nurmohamed benadrukte dat eigenaren moeten opdraaien voor de kosten van het opruimen van hun verlaten eigendommen. Het ministerie heeft juridische procedures vastgesteld voor de aanpak van verwaarloosde percelen. Buurtbewoners die hinder ondervinden kunnen dit registreren via een formulier bij het ministerie, wat vervolgens publiekelijk wordt gemaakt om de eigenaar te achterhalen. Indien de eigenaar zich niet binnen een redelijke termijn meldt, zal het ministerie een openbare aanbesteding organiseren voor het opruimen van het perceel of gebouw, waarbij de kosten voor rekening van de eigenaar komen. Ook kan een boete tussen de vijfhonderd en vijftigduizend Surinaamse dollars worden opgelegd.

Minister Nurmohamed voegde eraan toe dat dergelijke zaken worden doorgegeven aan de belastingdienst, wat betekent dat eigenaren die in gebreke blijven mogelijk worden tegengehouden op Zanderij als zij het land willen verlaten.