MINOWC-BCMKafiluddistraat

Minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur beschouwt de leerachterstanden van kinderen als een nationaal vraagstuk dat een collectieve oplossing vereist. Hij benadrukt een benadering gebaseerd op vrijwillige deelname van alle betrokkenen. Tijdens de persconferentie van 21 juni benadrukte de minister dat “als natie kunnen we deze situatie niet accepteren.” Hij benadrukte ook dat hij geen dwingende wetgeving wil toepassen, maar eerder mensen wil motiveren om zich extra in te zetten voor de kinderen door middel van stimulerende maatregelen en dialoog.

Het werd duidelijk gemaakt dat deelname aan Herkansingscholen en Extra Aandachtscholen niet verplicht is. Oproepen werden gericht aan leerkrachten en ouders om vrijwillig deel te nemen in het belang van Surinaamse kinderen. Deelnemende leerkrachten kunnen uitzien naar een vergoeding na voltooiing van de projecten.

Niet alle scholen en leerkrachten zullen deelnemen aan de projecten. Per regio zal slechts één, eventueel twee scholen worden geselecteerd binnen elk scholencluster. De schoolleiders zullen zelf beslissen welke school binnen het cluster zal worden aangewezen als Rayonschool, waarvoor zij dan leerkrachten kunnen rekruteren voor deelname. Samen met inspectiediensten wordt momenteel geïdentificeerd welke leerlingen dringend behoefte hebben aan deze trajecten. Ouders/verzorgers van deze leerlingen worden vooraf geadviseerd om hun kinderen deel te laten nemen.

In het binnenland worden de projecten momenteel getest in Brokopondo, Bronsweg, Moengo en Albina. Minister Orie kondigde een strengere aanpak aan voor de leerachterstanden in deze gebieden. Er wordt een congres voorbereid dat politici, ambtenaren en traditionele leiders samenbrengt om de problemen te bespreken en op te lossen. De bewindsman streeft naar een convenant waarin alle betrokkenen zich zullen committeren.