Minister Robert Peneux van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur proclameerde op vrijdag 26 mei 2017 samen met First-Lady Ingrid Bouterse-Waldring de inwerkingtreding van het Bureau Vroegschoolse Educatie. Het bureau zal een coördinerende rol hebben bij de uitvoering van het nationaal Early Childhood Development (ECD) beleid. Tijdens de toespraken werd benadrukt dat de uitvoering van het beleid integraal zal plaatsvinden. De ministeries van Onderwijs, Sociale Zaken en Volkshuisvesting en Volksgezondheid zijn hierbij de grootste samenwerkende partners.
Het ministerie van Volksgezondheid zal ondermeer gezonde voeding en een gezond milieu voor de kinderen moeten waarborgen. De doelgroep heeft die zaken immers nodig om gezond van onderwijs te kunnen genieten. SoZaVo zal binnenkort formeel de peuterscholen overdragen aan het ministerie van Onderwijs. Het BVE zal dan een assessment doen van het aantal kinderen tussen 2,5 en 4 jaar om zo het beleid te kunnen beginnen uit te voeren. Er wordt dan een nieuw curriculum ontwikkeld voor deze doelgroep.
“Ik zal ervoor moeten zorgen dat de kinderen vlekkeloos vanuit de peuterscholen doorstromen naar het regulier onderwijs,” zegt minister Peneux desgevraagd. Er zal binnen dit traject zeker rekening gehouden moeten worden met de ouderparticipatie. Bovendien zullen functionarissen, die zeer belangrijk zijn bij de ontwikkeling van het kind, geraadpleegd moeten worden. De bewindsman noemde de orthopedagogen, kinderpsychologen en artsen als die deskundigen.
Het werk van het BVE zal uiteindelijk ook bijdragen aan het transformatieproces welke nu gaande is binnen het onderwijsproces. Het huidig systeem moet worden omgegooid naar competentie gericht onderwijs. Dit aangezien in de 21ste eeuw kinderen nieuwe vaardigheden nodig hebben die al vanaf het peuteronderwijs aangeleerd moeten worden. Basic Education Improvement Program (BEIP) zit al middenin het aanpassen van het basisonderwijs.