De hoge rentevergoedingen van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) aan de algemene banken, en deels aan de overige financiële instellingen, die tot stand zijn gekomen door de openmarktoperaties (OMO’s) hebben de afgelopen tijd veel kritiek ondervonden binnen diverse geledingen van onze samenleving. De Bank zegt deze kritische beschouwingen waaronder die over de hoge OMO-rente te waarderen. Echter is volgens haar het behalen van een volumedoelstelling voor het binden van overtollige liquiditeit middels wekelijkse termijndeposito (TD) veilingen, als een cruciale randvoorwaarde in de voortgang van het IMF-programma, hierbij jammer genoeg volkomen buiten beschouwing gebleven.
De totstandkoming van de OMO-rente
De hoogte van de geboden rentes die de CBvS heeft uitgekeerd aan de banken is inderdaad een nieuwe historische ontwikkeling, aangezien het hier hoge reële rentes betreft, d.w.z. rentes (ver) boven de huidige inflatie. Deze ontwikkeling biedt genoeg stof tot discussie uiteraard. Echter, de rentevisie van de banken en de overige financiële instellingen om hun overtollige liquiditeiten te willen binden/uitzetten bij de CBvS via de huidige TD-veilingen, is een geheel nieuwe operatie in ons land. Dit is niet zonder meer vergelijkbaar met het verleden bij de zeer hoge inflatie toen de CBvS nog geen uitvoering had gegeven aan het thans nieuwe monetaire beleidsraamwerk, te weten het Reserve Money Targeting Regime.
Dit nieuwe beleidsraamwerk heeft naast het OMO-instrument om het aanbod van de basisgeldhoeveelheid te beheersen door de Bank twee belangrijke ankers, te weten:
– de wisselkoers die tot stand komt onder vrije marktwerking; en
– de rente die tot stand komt onder vrije marktwerking.
De basisgeldhoeveelheid bestaat uit de bankbiljetten in omloop en de SRD-tegoeden van de banken bij de CBvS.
Uiteraard bestaan er verschillen van inzichten in de toepassing van de vrije marktwerking op grond van verschillende economische uitgangspunten en maatschappelijke waarden. De toepassing van de huidige TD-veilingen en de vrije marktrentebepaling is nog in de initiële fase van ontwikkeling en de CBvS bekijkt alle aanpassingsmogelijkheden om de werking hiervan te 2 verbeteren. De CBvS gaat uiteraard na of op basis van de spelregels van de veiling interventies mogelijk zijn.
De Bank beoogt met de OMO’s het behalen van een volumedoelstelling en de creatie van een beginnende markt voor de renteontwikkeling in het bankensysteem en de doorwerking hiervan tussen de banken en hun cliënten. Dit is een grote uitdaging voor de totstandkoming van evenwichtige prijsvormingen en de ontwikkeling van een financiële en vermogensmarkt in ons land. Ook de mogelijkheden van de CBvS om te kunnen of te mogen interveniëren is thans een uitdaging.
De CBvS heeft evenals voor de indicatie van de wisselkoers ook voor de theoretische waarde van de rente, rekenmodellen om de afwijkingen tussen de markt en de theoretische waardebepalingen vast te stellen. Echter, het zijn de marktpartijen die in de huidige situatie via een platform van de CBvS, de marktprijzen (rentes) bij de OMO’s bepalen. Hierbij moet worden verondersteld dat de marktpartijen over alle relevante data en informatie beschikken die van toepassing zijn op de prijsbepaling.
Het monetair beleid in het kader van het IMF-programma
Reeds vele maanden voor de goedkeuring van het IMF-programma op 22 december 2021 hebben de CBvS en het ministerie van Financiën & Planning vele onderhandelingen gevoerd met het IMF over vereiste maatregelen voorafgaande aan en tijdens het programma. De CBvS voert reeds maanden gestructureerd overleg over nadere regels en de wijze van uitvoering van de inmiddels overeengekomen monetaire maatregelen, maatregelen m.b.t. het toezicht van de Bank en de uitvoerige zgn. “safeguards” van de CBvS, w.o. de “governance”. Nog voor de formele aanvang van het IMF-programma per 22 december jl. moest de CBvS vele maatregelen reeds hebben uitgevoerd, w.o. de vrije marktkoers en de vrije rentebepaling. De aanloopfase van de vrije marktkoers tot de huidige situatie was veel langer dan de opzet en werking van de vrije rentebepaling. De impact van de vrije wisselkoers op de inflatie is significant geweest.
De werking en het doel van de OMO’s
De werking van de OMO’s ziet er als volgt uit:
– De vaststelling van het volumeaanbod van de TD’s met verschillende looptijden (1 week, 1 maand, 3 maanden) na berekening van de overtollige liquiditeit in het bankensysteem op basis van de afwijking van het huidige niveau van de basisgeldhoeveelheid van het gewenste pad van de basisgeldhoeveelheid. – De wekelijkse TD-veilingen waarmee wordt getracht het volumeaanbod via de algemene banken af te romen.
– De inschrijvingen van de algemene banken o.b.v. volume en rente.
– De mogelijkheid dat het rentemechanisme doorwerkt bij de klanten van de banken, te weten de spaarders en de debiteuren middels kredietrentes, al dan niet gedifferentieerd naar type krediet.
– De intermediaire rol van de banken om de hogere rentes ook mogelijk te maken voor het publiek. 3
Het doel van OMO’s is om de basisgeldhoeveelheid te beheersen en de hoge inflatie omlaag te brengen door het binden van overtollige liquiditeit. De OMO’s zijn hierbij gericht op het behalen van een macro-economische c.q. monetaire doelstelling boven de huidige bedrijfseconomische beperkingen van de CBvS. De rentekosten van de OMO’s worden echter geheel gedragen door de Bank in de wetenschap dat monetaire stabilisatie een prijskaartje heeft.
Het maatschappelijk nut van het nieuw monetair beleidsraamwerk
Het streven naar een stabiel algemeen prijspeil in een land is de primaire doelstelling van het monetair beleid; een doel met niet alleen een hoge beleidswaarde maar ook een hoge maatschappelijke waarde. Schokkende prijsstijgingen en prijsdalingen zijn wereldwijd niet wenselijk en zorgen voor vele sociaaleconomische problemen. Alle beleidsmakers en deskundigen zijn het erover eens dat de handhaving van de koopkracht een vereiste is voor het beleid op elk niveau. De monetaire autoriteiten hebben hierin een bijzondere taak.
De uitvoering van de OMO’s middels veilingen is een ‘receptuur’ die door de CBvS wordt uitgevoerd om een bijdrage te leveren aan het terugdringen van de veel te hoge inflatie in ons land. Uiteraard zijn er ‘bijwerkingen’ en conflicterende maatregelen die om oplossingen vragen. De aandacht dient echter voornamelijk te worden gericht op de grote ‘gemeenschappelijke vijand’, te weten de te hoge inflatie en de ernstige maatschappelijke consequenties en ontwrichting voor de gezinshuishoudingen, de bedrijfshuishoudingen, de Overheid en de SRD-pensioentrekkers.
De CBvS waardeert ten volle de kritische begeleiding van alle geledingen in ons land en vraagt u allen om oplossingen aan te dragen in de strijd tegen de echte vijand resp. de echte ziekte, te weten de hoge inflatie